Alouette III

Tussen 1964 en 1969 werden 72 helikopters van het type Alouette III SE3160 geleverd aan de Koninklijke Landmacht (gevlogen en onderhouden door de Koninklijke Luchtmacht) en 5 aan de Koninklijke Luchtmacht. Hiervan werden er 27 geassembleerd door de N.V. Lichtwerk in Hoogeveen. De Alouette III helikopters waren aangeschaft door de landmacht, maar de mensen en faciliteiten (infrastructuur, onderhoudspersoneel, vliegers) werden door de luchtmacht geleverd. Dit geheel werd in de beginjaren ’60 van 20e eeuw samengebracht in de Groep Lichte Vliegtuigen (GLV). De GLV was aanvankelijk uitgerust met de Piper Supercub, de Hiller en de De Havilland Canada Beaver voor licht transport. De helikopters waren gestationeerd op Vliegbasis Deelen bij het 299 en het 300 Squadron en op de Vliegbasis Soesterberg bij het 298 Squadron.

Hoewel al sinds 1986 gepland was het toestel in Nederland uit te faseren, bleek na de invoering van de Chinook en Cougar in 1995 dat er dusdanig veel taken voor de eenvoudige, maar betrouwbare helikopter waren, dat de algehele uitfasering alsnog niet plaatsvond. Wel werd het aantal Alouettes in actieve dienst geleidelijk gereduceerd naar vier stuks, die werden ingezet voor VIP-transport, foto- en filmopnamen ten behoeve van Defensie, en het calibreren van grondapparatuur. De laatste vier Alouettes werden donkerblauw gespoten en hadden, vergeleken met de initiële versie van de helikopter een versterkte transmissie en een aangepaste "rotor head", die een maximum startgewicht van 2200 kg mogelijk maakte. De Alouette is op 15 december 2015 officieel uitgefaseerd. De laatste vlucht vond op 24 december van dat jaar plaats.

Search and Rescue

Vijf van de 77 Alouettes III waren vanaf het begin eigendom van de Koninklijke Luchtmacht. Ze vervingen de gedateerde Alouette II's die vanaf 1959 waren gebruikt voor Search and Rescue (SAR) taken. Deze SAR-Alouette III's kregen opblaasbare drijvers en aan de romp en een lier om drenkelingen uit zee te kunnen hijsen. De groene beschildering werd aangevuld met een reflecterende signaalkleur op de neus, de achterzijde van de romp en de verticale staartvlakken en de letters 'RESCUE' in witte letters. De SAR-helikopters opereerden tot 1968 vanaf Vliegbasis Ypenburg, verhuisden vervolgens naar Vliegbasis Soesterberg en in 1977 naar Vliegbasis Leeuwarden, waar ze klaar stonden om eventueel in zee gestorte vliegers op te pikken. Dit gebeurde door de jaren heen geregeld omdat op Terschelling vroeger het luchtmacht oefenterrein Jackpot Range lag en op Vlieland de Cornfield Range (Vliehors). Ook bevinden zich boven de Noordzee, noordelijk van de Waddeneilanden, de Temporay Reserved Airspaces (TRA’s) waar luchtgevechten tussen NATO gevechtsvliegtuigen worden getraind. Bij militair vliegverkeer was een SAR-Alouette vaak continu in de lucht.

SAR-Alouettes werden regelmatig gebruikt om patièˆnten van de Waddeneilanden snel naar een ziekenhuis op het vasteland te transporteren. De SAR-Alouettes waren voorzien van een marifoon, waarmee radiocontact kon worden gemaakt met schepen. In de strenge winter van 1979 verzorgden SAR-Alouettes III en andere Alouettes van Vliegbasis Soesterberg het (personen)vervoer van en naar de Waddeneilanden, omdat door zware ijsgang op de Waddenzee geen scheepvaart meer mogelijk was.

Grasshoppers

Onder de naam Grasshoppers (sprinkhanen) zette het 299 Squadron tijdens een luchtvaartevenement vier wit-zwart gestreepte Alouettes in voor een vliegdemonstratie. Herhaaldelijk werd verzocht dit optreden te herhalen, bij andere luchtvaartevenementen en jubilea, waarna vrij snel een formeel, permanent demonstratieteam werd opgericht, dit keer ondergebracht als vlucht 4 bij het 300 Squadron. De eerste kleuren waren gele vierkanten op de romp en staart. Later werden dit gele strepen. In de 80er jaren kwam het witte zebra patroon in gebruik gevolgd door de uiteindelijke rood-wit-blauwe uitmonstering. De Grasshoppers bouwden binnen enkele jaren een uitmuntende reputatie op. In het zomerseizoen werden de vliegkunsten in heel Europa vertoond, de (jaarlijks van samenstelling wisselende) bemanningen wonnen talloze, prestigieuze prijzen en inspireerden diverse (buitenlandse) krijgsmachtdelen tot het oprichten van een demonstratieteam. In de hoogtijdagen moesten formele uitnodigingen door o.a. de USA en Australièˆ om logistieke en budgettaire redenen worden afgewezen. Buiten het seizoen om vlogen de helikopters (en de bemanningen) de gewone opdrachten en opleidingsvluchten voor Defensie. Een keer hebben de Grasshoppers te maken gehad met een vliegongeval tijdens een trainingsvlucht boven de Ginkelse Heide, waarbij de rotorbladen van twee helikopters elkaar raakten en enkele vliegers (licht)gewond raakten. Nadat het besluit tot uitfasering gevallen was, in het begin van de 90er jaren en de vliegers werden omgeschoold naar de Chinook en de Cougar, werd het team in 1995 opgeheven. De opheffingsceremonie vond plaats op 8 augustus 1995 waarbij de Grasshopers nog een kleine demo gaven boven Kamp van Zeist en aansluitend een Grasshopper Alouette (A-465) werd aangeboden aan het Militaire Luchtvaart Museum.