Piper Cub

De Piper Super Cub is een tweepersoons hoogdekker die voor artilleriewaarnemingen en verkenningsvluchten werd gebruikt bij het 298, 299 en het 300 Squadron van de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV). Ook werd op deze vliegtuigen de opleiding voor het Klein Militair Vliegbrevet bij de Lichte Vliegtuigen Opleiding op Vliegbasis Gilze-Rijen gegeven. Deze lesvliegtuigen waren te herkennen aan hun oranje motorkappen. Tevens werden de vliegtuigen later ingezet voor het onderhoud van de vliegvaardigheid van de zogenaamde “maandvliegers”. Dit waren vliegers met een Groot Militair Brevet, die na hun verbintenis van drie jaar, maandelijks hun vliegvaardigheid nog enige jaren onderhielden. De luchtmacht heeft in totaal 156 Piper Cubs gehad, 59 stuks L-18C met 90 pk motoren (met 1 tank en zonder flaps), 19 stuks L-21A met 125 pk motoren en 78 L-21B met 135 pk motoren. In totaal zijn er door Piper Aircraft Corp. In Lock Haven (USA) zijn meer dan 10.000 stuks geproduceerd!

De Piper Cubs zijn in 1952 bij de luchtmacht in gebruik genomen ter vervanging van de oudere Austers Mk III en zijn in 1975 vervangen door Bölkow Bo-105C helikopter. Tot eind ‘76 zijn er luchtmacht Pipers ingezet voor het opslepen van zweefvliegtuigen bij de luchtmachtzweefvliegclubs.